De juiste bandenspanning
Wat is de juiste bandenspanning en hoe meet je die?
Banden zijn echt heel belangrijk voor een stabiele weglegging van je auto maar ook voor meer grip op de weg, een kortere remweg, beter kunnen sturen en een kleinere slipkans. Een te lage bandenspanning kan een klapband tot gevolg hebben en een te hoge bandenspanning zorgt voor een verminderd rijcomfort doordat de verende werking van de banden deels verloren gaat. In het instructieboekje van je auto, een sticker in het portier of in het klepje van de brandstoftank is de juiste bandenspanning terug te vinden, dit verschilt namelijk per auto.
Slecht voor je portemonnee:
Een niet juiste bandenspanning is ook nog eens slecht voor je portemonnee, je verbruikt namelijk meer brandstof en je banden slijten sneller. Wist je dat een auto die met een 15% te lage bandenspanning rijdt ongeveer 2% meer brandstof verbruikt wat weer direct leidt tot extra uitstoot van uitlaatgassen zoals fijn stof en CO2.
Hoe lees je een bandenspanningstabbel af?
Oranje: Hier wordt de bandenmaat aangegeven. De bandenmaat kun je vinden op de band zelf. Je auto kan geleverd zijn met verschillende bandenmaten. Gebruik de informatie die achter deze bandenmaat staat.
Groen: Deze geeft de vooras of achteras aan bij een normale belasting. 1 tot 3 personen met weinig bagage. Het plaatje van de auto geeft aan of het de voor of achterkant betreft.
Geel: Deze geeft de vooras of de achteras aan bij zware belasting. 3 of meer personen met veel bagage.
Blauw: Deze geeft de juiste bandenspanning aan. Hierbij zie je drie waarden. De eerste is de waarde in bar, de tweede in psi en de derde in kPa. Zoals je moeten de banden harder opgepompt te worden bij een zware belasting in de auto. Dit komt omdat de druk op de band dan toeneemt en de auto de band verder indrukt. Hierdoor is de profielafdruk op de weg niet optimaal meer en moet je de spanning te verhogen om dit te compenseren.
De bandenspanning is per as gelijk. Dit betekent dat beide voorwielen dezelfde bandenspanning hebben en beide achterwielen ook. De vooras en achteras kunnen wel verschillen.
Bandenspanning controleren hoe doe je dat?
Het meten van de bandenspanning kun je het beste op een vast moment doen, bijvoorbeeld elke eerste van de maand. Het is belangrijk dat dit elke maand gebeurt want of je nou veel of weinig rijdt er zal altijd lucht ontsnappen uit de band. Elke autoband verliest per maand ongeveer 0,06 bar per maand!
Met een bandenmeter kun je de bandenspanning controleren. Je kunt hiervoor bij bijna elke benzinepomp terecht. Uiteraard kun je er ook zelf één aanschaffen. Voor het meten van de bandenspanning zijn een paar punten belangrijk waar rekening mee gehouden moet worden.
- Zorg dat je weet wat de juiste spanning is.
- Meet de spanning wanneer de band koud is.
- De bandenspanning moet per as identiek zijn.
- De spanning van de vooras en achteras kunnen wel verschillen.
- Controleer of de ventieldopjes nog goed zijn, vervang kapotte.
- Draai de ventilatiedopjes na het meten er weer stevig op.
- Controleer ook het reservewiel!
Na het controleren van de bandenspanning weet je of je banden de juiste spanning hebben. Mochten ze niet de juiste spanning hebben moeten ze op de juiste spanning worden gebracht.
Winterbanden versus zomerbanden:
Voor winterbanden gelden eigenlijk dezelfde regels als voor zomerbanden. Ook bij winterbanden geldt dat de banden de juiste spanning moeten hebben. Het advies is wel om bij winterbanden 0,2 bar hoger aan te houden dan bij zomerbanden, dit heeft te maken met de lage temperaturen.